Tag Archives: rotterdam

Stuk Stuk

6 nov

Bedrijfsuitjes. Je kunt er van vinden wat je wilt, maar uiteindelijk hoef je én die dag niet te werken én je mag lekker op stap met je collega’s. Op zich dus een prima concept (mits je leuke collega’s hebt dan, maar in mijn geval zit dat gelukkig wel snor) En tja, ‘teambuilding’ is nou eenmaal een ruim begrip en ja, je hebt inderdaad geen invloed op het ‘verrassingsprogramma’…maar ach, uiteindelijk moet je er met zijn allen wat van maken. Toch?

Groen moet je doen!
En dus vertrok ik gisteren samen met een twintigtal collega’s vol goede moed door de stromende zeikregen (blijf positief, blijf positief) richting het beginpunt van ons afdelingsuitje: restaurant Stroom in Rotterdam (onthoud even die naam….daar bleek achteraf het restaurant op uitgezocht). Alwaar we te horen kregen dat we in teams een speurtocht door hartje Rotterdam zouden gaan doen in een….TukTuk. En niet zomaar een TukTuk, nee….een groene organisatie zoals wij werden natuurlijk met heuse elektrische Tuks de weg op gestuurd!

Vrouw achter het stuur, bloed aan de muur
Per team moesten 2 chauffeurs worden gekozen die een korte clinic ‘TukTuk rijden’ zouden krijgen. Namens ons team wilden één vrouwelijke collega en ik de uitdaging wel aangaan. We waren de enige twee gillende keukenmeiden tussen al het testosterongeweld. Man, wat voelden we ons stoere chicks. Althans…heel even.

Op het testterrein verging het lachen ons al snel. (wat zich overigens vertaalde in een hysterische lachbui waarbij mijn Tena Lady het niet drooghield). De kleine motorvoertuigjes bleken helemaal niet zo wendbaar. Bovendien leek ieder putje in de weg op een levensgroot ravijn. Bij het nemen van een bocht zette ik mijzelf schrap aan het stuur…drie keer raden waar het gas zit….ik vloog heel gracieus de bocht uit zullen we maar zeggen.

Na deze ‘clinic’ waren we rijp voor de kliniek….eigenlijk durfden we niet meer zo goed, want straks moesten we ook nog eens het verkeer in!

Fuck Fuck
Maar goed, we lieten ons niet kennen. Als een echte Hells Angel nam ik plaats op de bestuurdersstoel van de verlengde, overdekte brommer (echt, meer is het niet). Op de twee achterbanken namen zes (!) collega’s plaats en daar gingen we. Opvallend genoeg direct gevolgd door een voertuig van RTV Rijnmond en een politiebusje, maar ik hou het daarbij graag op toeval. Na 2,5 kilometer gereden te hebben, verlieten twee wagenzieke collega’s het voertuig. Ik hoop althans maar dat ze zo wit waren door wagenziekte en niet door mijn rijkunsten. Het verkeer viel verder mee en vol vertrouwen vervolgde ik de route.

Eén van de mannelijke collega’s had zich opgeworpen als navigator. Laat ik het kort houden: zijn aanwijzingen matchten niet helemaal lekker met mijn hormoonspiegel. Een andere hulpvaardige collega die onderweg besloot mijn stoel recht te zetten en naar voren te schuiven heeft nu gescheurde trommelvliezen. En oh ja, het hielp ook niet dat we op een goed moment de Erasmusbrug over werden gestuurd in ons wagentje. De regen en harde wind, opgeteld met mijn aan hysterie grenzende doodsangsten op dat moment maakten dat ik de naam van het voertuig een paar keer hardop achterstevoren uitsprak….

Error 23
Om kort te gaan….ik heb me kranig gehouden. Mijn collega had al aangegeven liever toch niet achter het stuur te willen plaatsnemen, dus ik moest de vrouwelijke eer hoog houden. Dat ik daarvoor moest keren op hele drukke kruispunten, achteruit moest rijden zonder zicht en half in een heg hing…ik nam het allemaal voor lief. We zagen er de lol nog wel van in. Totdat mijn accu het magische getal ‘60’ aangaf, volgens onze instructeur hét moment om terug te keren naar de basis omdat de accu leeg begon te raken. Onze navigator was het daar niet mee eens. We hadden nog voldoende stroom, dus volgens hem konden we nog makkelijk onze route vervolgen.

We hebben het geprobeerd. Echt waar. Ondanks mijn tegensputteren zijn we toch nog een stukje verder gereden. Totdat er een rood lampje ging knipperen en er de melding ‘error 23’ verscheen in het display. Het werkte voor mij een rode lap op een stier, maar ook andere passagiers zagen toch ook wel in dat dit niet goed was. En dus….TukTuk langs de kant en het noodnummer gebeld. Die voor ons een geruststellende boodschap had: direct terugkomen, dan schrijven wij een onderhoudsbriefje uit. Dus……

Veiligheid voorop?
Wegrijden was de hele middag nog geen probleem geweest. Tot nu. Het kreng deed helemaal niets meer. De bemoedigende aanwijzingen van de heren op de achterbank (‘heb je je handrem er nog opstaan?’, ‘je moet ook je contactsleutel omdraaien’ tot ‘zet je ruitenwisser uit, dat vreet stroom’) hielpen niet echt. Er zat maar één ding op: de rode knop moest ingedrukt. Aan de linkerkant van de bestuurdersstoel zat een grote rode knop. Ik wist alleen nog dat ik er aan moest draaien….in mijn paniek deed ik dat iets te enthousiast waardoor ik het kreng eraf trok. Adem in, adem uit…..

Uiteindelijk kreeg één van de mannen (ja, ik geef toe….hij deed ook wel eens iets goed) het kreng weer aan de praat en we spoedden ons terug naar het restaurant. Nou ja, spoedden…de teller kwam niet meer boven de 10 kilometer per uur uit. Met dit slakkengangetje probeerde ik de Willemsbrug op te komen. Uit puur lijfbehoud heb ik de ijzeren doodskist op wieltjes de busbaan op gemanoeuvreerd, terwijl ik hardop bad dat lijn 125 niet volgens rooster zou rijden…..

Het werd nog erger. Bij een stoplicht wegtrekken bleek de moeilijkste opgave ooit. Terwijl ik aan alle kanten werd ingehaald, bleek de TukTuk niet eens meer in staat om op tijd weg te komen voordat het verkeer op rechts groen licht kreeg. We hebben maar even vriendelijk gezwaaid en zijn gezamenlijk in gebed gegaan.

Eind goed, al goed
Met nog maar één streepje op de accu, het knipperende errorlichtje en een hyperventilerende bestuurster kwam de TukTuk toch nog op de plek van bestemming. Met eindsprint, want in de laatste bocht blies een enorme windstoot nog even bijna de kar op zijn kant. Nog nooit ben ik zo opgelucht op een plaats van bestemming aangekomen.

Heus, volgende keer wil ik best weer in een TukTuk, maar dan graag één met verlengsnoer.